Meer informatie nodig over het belang van een stichting?
Dat kan!
Dat bestuurders op een slinkse manier geld uit een stichting slaan is natuurlijk nooit de bedoeling! Toch kwamen er de afgelopen jaren een aantal frauduleuze zaken binnen stichtingen aan het licht. Ondernemingen, waarin bestuursleden van de stichting functies hadden, kregen verdacht gunstige contracten aangeboden. Mede om die reden is de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen in werking getreden. Hiermee wil de wet zulke tegenstrijdige belangen in de ban te doen. Deze nieuwe wet kan ook gevolgen hebben voor de statuten van jouw stichting of vereniging! Hoe dat precies zit? Je leest er in dit artikel alles over.
Een tegenstrijdig belang houdt in dat een bestuurder een (direct of indirect) persoonlijk belang heeft dat in strijd is met het belang van de stichting. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verkopen van je eigen auto voor een wel erg verdacht schappelijke prijs aan je onderneming of het inhuren van vrienden of familie. In deze beide situaties zou de bestuurder persoonlijk een voordeel kunnen hebben en daarmee de onderneming benadelen. Dit levert dus een tegenstrijdig belang op.
In het geval dat een bestuurder van een stichting een (mogelijk) tegenstrijdig belang heeft moet hij hierover openheid verschaffen aan de andere bestuurders en de Raad van Commissarissen van de stichting. Daarnaast moet ervoor gezorgd worden dat het besluit van het bestuur onafhankelijk genomen wordt. Verder kan er hiervoor ook een deskundige worden ingeschakeld. Als deze regels gehanteerd worden kan het tegenstrijdige belang als het ware ‘opgelost’ worden.
In het geval dat dit niet mogelijk is, zal de bestuurder die een tegenstrijdig belang heeft zich moeten onthouden van beraadslaging en besluitvorming over het desbetreffende besluit.
Bestuurders van een stichting moeten altijd handelen in het belang van de stichting die zij besturen. Bij een tegenstrijdig persoonlijk belang zal de bestuurder verleid kunnen raken om het belang van de stichting na te laten. Om dit te voorkomen is er besloten om zo’n bestuurder volledig te verbieden om mee te doen aan de beraadslaging en besluitvorming van het betreffende besluit.
Als het gehele bestuur van de stichting een tegenstrijdig belang heeft zal geen enkele bestuurder mee mogen doen aan de beraadslaging en besluitvorming van het desbetreffende besluit. Dit zal het onmogelijk maken om een besluit te nemen. Daarom is besloten om in zo’n geval het besluit door de Raad van Commissarissen van de stichting te laten nemen. Als dit ook niet mogelijk is zal het besluit toch door de bestuurders genomen worden, maar dan moeten de overwegingen aan dit besluit schriftelijk vastgelegd worden.
Bij een vereniging werkt het bijna precies hetzelfde. Een bestuurder van een vereniging met een tegenstrijdig belang zal zich ook moeten onthouden van beraadslaging en besluitvorming. Echter zal zowel het volledige bestuur als de Raad van Commissarissen van de vereniging zich moet onthouden van besluitvorming, de Algemene Vergadering zich over het besluit mogen buigen. Als ook de Algemene Vergadering het besluit niet kan nemen, zal wederom het bestuur het besluit mogen nemen als zij de overwegingen schriftelijk vastleggen.
Een conflict van plichten houdt in dat een bestuurder zowel de bestuurder van een stichting is als van een andere rechtspersoon. Als deze twee rechtspersonen zaken met elkaar doen ontstaat er voor de bestuurder een conflict van plichten: hij moet zowel het belang van de stichting als van de andere rechtspersoon behartigen.
Dit is niet hetzelfde als het hebben van een persoonlijk tegenstrijdig belang. Het conflict van plichten valt daarom vooralsnog niet onder het verbod van besturen met een tegenstrijdig belang. De bestuurder mag bij een conflict van plichten dus nog gewoon meedoen aan de beraadslaging en besluitvorming van het betreffende besluit. Veel deskundigen vinden dit echter niet praktisch. Daarom kan zo’n verbod wel worden opgenomen in de statuten van de stichting. Hiervoor is een statutenwijziging nodig, dit kan in drie simpele stappen geregeld worden via Firm24!
De regering heeft met de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) beoogd om frauduleuze zaken binnen stichtingen in de ban te doen. Mede om die reden zijn veel van de bepalingen van dwingend recht. Dit houdt in dat bepalingen in een statuut er niet van af mogen wijken. De statutaire regels die in strijd zijn met de WBTR hebben dus in veel gevallen geen werking meer. Om die reden zijn sinds 2021, met de invoering van de WBTR, veel statuten gedateerd geraakt. Als dit het geval is bij jouw stichting is er een statutenwijziging nodig om dit op te lossen! Om zeker te weten of dit wel of niet het geval is kan je contact opnemen met één van onze specialisten. Dit kan door een gratis checkgesprek in te plannen óf een chat op te starten met één van onze adviseurs.
Als het besluit uiteindelijk toch wordt genomen door een bestuurder van een stichting met een tegenstrijdig belang kan dit grote gevolgen hebben. Ten eerste zal er sprake zijn van ongeldige vertegenwoordiging. Hierdoor zal de stichting niet gebonden worden aan het desbetreffende besluit. Ten tweede zal er een zogenaamd weerlegbaar vermoeden zijn van onbehoorlijk bestuur. Dit betekent dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt voor zijn handeling, als dit onbehoorlijke bestuur wordt aangenomen.
Een conflict van plichten of een tegenstrijdig belang kan grote gevolgen hebben voor jouw stichting of vereniging. Daarom is het beter om er snel voor te zorgen dat je statuten duidelijk en waterdicht geformuleerd zijn. Dit kan lastig zijn, daarom helpen wij jou er bij Firm24 graag mee!
Dankzij jarenlange ervaring weten wij ondernemers te helpen met het juiste advies.